De Targa Florio was ooit één van de zwaarste races waar snelle sportwagens door kronkelende bergpassen op het eiland Sicilië rond scheurden. Vandaag de dag kan je het “circuit” ook zelf rijden …
Het is ergens in juni als ik met mijn vrouw Malgosia op vakantie ben op het betoverende Italiaanse eiland Sicilië. We liggen op het opgemaakte bed van onze B&B plannen te smeden voor de komende dagen. Terwijl Malgosia door het 100% reisboekje bladert naar interessante spots op het eiland, zoek ik mee op mijn smartphone. Ze leest en bladert in sneltreinvaart door het reisboek. Waar zij al binnen de kortste keren een plannetje heeft liggen voor de komende dagen kom ik niet verder dan een blogpost over de overblijfselen van de Targa Florio, één van de meest tot de verbeelding sprekende ‘road races’ uit het verleden. Dat dan weer wél!
Ik raak in vervoering, mijn hart begint er sneller van te kloppen en sta al met één been op de heilige grond van de pitstraat van de Targa Florio. Ik bedenk me dat ik al mijn charmes in de strijd moet gooien om deze hotspot in ons weekplannetje te krijgen. Malgosia loopt namelijk iets minder snel warm voor automobielen.
Dé race op het eiland Sicilië
De ‘Targa Florio’ op het eiland Sicilië was één van de meest tot de verbeelding sprekende races. Van 1955 tot en met 1973 telde het evenement mee voor het wereldkampioenschap voor sportwagens, zeg maar het huidige WEC kampioenschap.
De Targa Florio race was in die tijd een circa 70 kilometer lange ronde over het eiland, met start en finish in Floriopolis, genoemd naar de initiator van de wedstrijd en wijnboer, Vincenzo Florio. De race werd na het jaar 1973 niet meer georganiseerd. De risico’s werden te groot en dat betekende het einde van de wedstrijd. Notabene Gijs van Lennep, één van Nederlands bekendste formule 1 coureurs, won de allerlaatste editie in een Martini Porsche.
Florio Polis
Vanaf ons B&B in de plaats Céfalu rijden we ongeveer 30 kilometer naar de eindbestemming Florio Polis. Het is de de start / finish van de race die daar tussen 1950 en 1973 werd verreden. Op deze plek zijn nog overblijfselen te vinden uit de roemruchte race. Als we stapvoets door de bocht zijn gereden waar de Florio Polis is, parkeer ik de huur-Lancia verderop. Ik steek de N-weg over richting de pits. Als ik vanaf een afstandje de pitstraat op mijn netvlies krijg kan ik niet anders concluderen dan dat alles er na al die jaren nog netjes bijstaat. De gevel is geschilderd, er zijn aluminium kozijnen aanwezig en de pitstraat is zorgvuldig afgedekt met een grote banier waarop een oude gevulde pitstraat is te zien met AGIP, Pirelli en GULF reclames.
Als ik op de witte verhoging van de pitstraat sta probeer ik even een moment te visualiseren wat zich op deze plek heeft afgespeeld. Hoewel ik de beelden van de Targa Florio alleen ken van Youtube en foto’s probeer ik het beeld zo zuiver mogelijk te maken. Ik zie rond krioelende besnorde Italiaanse en Duitse monteurs in de weer met hun Ferrari’s, Porsches of Alfa Romeo’s. Ik stel mij voor dat er er een azuurblauwe Gulf Porsche 917k voor mij staat bij te tanken. Je ruikt de benzinedampen en het verbrande rubber. De coureur zit met een gespannen blik achter het stuur en geeft zenuwachtig gas om zich weer voor de leeuwen te werpen op het zeventig kilometer strekkende parcours. Het gebulder van de dikke v12 schreeuwt een moment later door de grote uitlaatpijpen van de Porsche uit en het azuurblauwe ding verdwijnt uit de horizon terwijl het publiek vanaf de tribune tegenover de pitstraat toekijkt.
De pitsstraat
SS120, 3, 90018 Termini Imerese PA, Italië
Tegenover de pitstraat zijn de overblijfselen te vinden van de tribunes. Deze zijn echter meer opgegaan in de natuur en veranderd in een ruïne. Iets waar het eiland Sicilië rijk aan is overigens.
Targa Florio museum
Corso Vittorio Emanuele, 90016 Collesano PA, Italië
Er is zelfs een Targa Florio museum op het eiland Sicilië. Het zou jammer zijn om het museum niet te bezoeken want de weg vanaf de Florio Polis (start en finish) is adembenemend en geeft je een goed beeld van wat een gemiddelde coureur op deze bochtige en gevaarlijke wegrace heeft moeten doorstaan. Verwacht van het museum geen spectaculaire expositie of dat er fraaie bolides van merken als Alfa Romeo of Ferrari staan uitgestald. Nee, het museum is niet meer en niet minder dan een tijdlijn van het ontstaan en de ondergang van een roemruchte race uitgebeeld in fotomateriaal, paspoppen in oude verschoten racepakken en heel veel afgedankt gereedschap. Het museum vindt je in het plaatsje Collesano. Dit dorp ligt op een werkelijk prachtige locatie in een diep dal, omringd door hoge bergen.
Collesano was een dorp dat onderdeel uitmaakte van de Targa Florio. Tussen 1950 en 1973 scheurden er met hoge snelheid racewagens van merken als Alfa Romeo, Ferrari en Porsche door de smalle straatjes van het dorp omhoog de bergpas naar minder bebouwde delen. Gekkenwerk als je dat beeld in je opneemt. Als we door het stadje rijden lijkt het wel of de tijd hier heeft stil gestaan. Op straat zie je vooral inwoners van boven de zeventig. Ze hebben ongeveer dezelfde leeftijd als de meeste rijders en winnaars uit de laatste jaren 1970 – 1973 van deze race. Denk dan aan namen als Stirling Moss, Helmut Marko (sportchef Red Bull Racing), Toine Hezemans en Gijs van Lennep.
Ik besluit voor mezelf dat de rondhangende oude baasjes dezelfde mensen zijn die op de oude beelden prijken; langs de weg, op daken, op heuveltoppen en uit balkons het race geweld stonden toe te juichen. Het museum is, met alle respect, vergane glorie. Met het idee dat de laatste winnaars en toeschouwers van de race ongeveer van dezelfde generatie zijn verlaten we het mystieke plaatsje Collesano.
Mini documentaire over de Targa Florio
Vic Elford, oud-formule 1 coureur en deelnemer aan de Targa Florio van 1972, verteld in de documentaire over de Targa Florio. De film geeft een prachtige sfeer weer van hoe de race geweest moest zijn op het eiland. Notabene Helmut Marko, de baas van Max Verstapppen bij Red Bull Racing, nam ook deel aan de race in een Alfa Romeo Tipo 33. Hij won de race net niet.