De Historic Grand Prix in Zandvoort vondt weer plaats in het eerste weekend van september. Voor de derde keer was ik erbij nadat ik eerder de vierde en de vijfde editie bezocht. Het historische race evenement was wederom om door een ringetje te halen. Als automobielenthousiast bevond ik mij voor de zoveelste keer in een hele grote snoepwinkel waar je je kon vergapen aan allerlei race pluimage. Je moet het zien als een combinatie van een automuseum en een race. Ik heb dit jaar weer iedere vierkante meter van de paddock benut om benzinedampen, het geratel van sleutels en gebrom van de v6-en, v8-en, v-12’s goed in mij op te nemen.
De Historic Grand prix is zo’n beetje het enige evenement in de racerij waar je letterlijk in de garage kunt staan. Er vindt werkelijk een prachtig schouwspel plaats in de garages van de verschillende raceteams. Monteurs krioelen zenuwachtig en zwijgzaam door de tent. Terwijl de één met precisie een cilinderkop los schroeft, verdwijnt de ander in een smerige overal onder een opgekrikte auto en beukt met een hamer tegen een remklauw. Als ik even verderop het kabaal van een dikke v8 hoor, zie ik een kerel met de pensioengerechtigde leeftijd, met een grote glimlach op z’n gezicht, gebogen over een vijftig jaar oud motorblok. Terwijl iedereen rondom de tent bedwelmt wordt door de onverbrande benzine staat hij onverstoorbaar het ding met veel kabaal tot leven te brengen voor de race die straks komen gaat.
Anders dan andere jaren had het historische race evenement een minder gemoedelijke kant dan de vorige jaren. Het evenement begon voor mij, de rest van het publiek, de rijders en de organisatie op zaterdag met een zware domper. De Fransman David Ferrer crashte in de Luyendijk bocht hard in de muur en kwam daarbij om het leven.