China heeft dit weekend de eer om de duizendste Grand Prix race te organiseren op het Shanghai International Circuit. De organisatie van de F1 en de meeste teams laten dit heugelijke moment niet aan zich voorbij gaan. Eén ding hebben ze allemaal gemeen. Ze gebruiken dit weekend om terug te grijpen op de 1000 GP’s. De F1 organisatie van Liberty media ontwikkelde een beeldmerk, blikte terug op historische momenten en oude graphics. Renault bracht speciale retro helmen uit en sponsoren zoals Esso grepen voor één weekend weer even terug naar een oude huisstijl uit de 60’s. Ik zelf blik ook terug op meer dan 25 jaar als F1 Fan.
Senna, Prost, Prost, Senna
Formule 1 volg ik al sinds 1993 heel bewust. Ik heb dus nog net het staartje van carrières van mannen als Prost en Senna mogen meemaken in 1993. De tijd waarin je de nek en schouders met het helmpje net boven de ‘badkuip’ zag uitsteken. Nek aan nek races waren het. Waar Prost vaak de snellere was dankzij de geel blauwe robotisch vernuftige Williams tegenover de meer mechanische Marlboro auto van McLaren waarin Senna reed. Prost was de strateeg, ‘Le Professeur’ zoals hij werd genoemd, terwijl Senna mentaal en fysiek ieder gat op de baan benutte als een directe aanval in zijn ‘mindere’ McLaren. Het was ook het jaar dat ik Senna op Eurosport voor het laatste zag winnen, in Adelaide. Het gevecht tussen Prost en Senna op Silverstone is denk ik één van de mooiste duels tussen de twee. Je ziet het ware karakter van beiden naar boven komen. Senna is de ‘vechter’ en Prost is de ‘strateeg’.
1994, een chaos jaar
Het jaar 1994 kwam met een grote primeur. Jos Verstappen als de Nederlandse belofte bij Benetton. Vol verwachting klopte mijn hart(en dat van vele andere fans) in afwachting van zijn prestaties. Jos the Boss behaalde in Hongarije weliswaar een fraai podium, maar kon de rest van het jaar niet bepaald schitteren naast Der Schumi. De auto was onhandelbaar en gebouwd op Schumacher. Jos had veel pech en ontsnapte ternauwernood en slechts lichtgewond uit een helse vuurzee op de Hockenheim ring. Datzelfde jaar was er ook één van de zwartste dagen uit 1000 GP’s. Het staat bij mij nog altijd helder op het netvlies. 30 April en 1 mei 1994. Precies 25 jaar geleden kwamen Roland Ratzenberger en Ayrton Senna noodlottig om het leven tijdens de Grand Prix van Imola. Het kampioenschap werd dat jaar gewonnen door Schumacher met Benetton. De manier waarop dat kampioenschap werd binnengesleept is nog altijd dubieus. In de documentaire over Senna(Netflix) wordt hier ook uitgebreid op ingegaan. Volgens Williams Racing en Senna speelde Benetton vals door traction control te gebruiken. Schumacher had hierdoor een groot voordeel in de bochten en bij de start ten opzichte van de andere teams. Benetton en Schumacher ontkenden en de waarheid kwam helaas nooit boven water.
Hard werken loont voor Schumacher.
Schumacher vertrok na 1995 bij Benetton naar de Scuderia Ferrari. Schumacher werd door zijn komst bij het Italiaanse sportwagenmerk veel sympathieker. De wereldtitels die vanaf het begin van het millennium verzamelde kreeg hij bij Ferrari namelijk niet bepaald cadeau. Hij moest er in de laatste jaren negentig keihard voor aan de bak met zijn team. Met de te trage Ferrari F1 in 1996 kreeg hij het eerst aan de stok met Damon Hill in de superieure Williams, om in 1997 vervolgens afgetroefd te worden door de Canadees Villeneuve, ook in een Williams. En toen was daar ineens McLaren met Mika Hakkinen plotseling oppermachtig. Schumacher moest hard trappen om bij de Fin in de buurt te blijven. Dit leverde vaak prachtige duels op waarin Schumacher vaak het onderspit moest delven. In 1999 brak Schumacher dan ook nog heel onfortuinlijk zijn beide benen en was het zicht op de titel 1999 verkeken. Pas vanaf 2000 werd Schumacher wereldkampioen met Ferrari en reeg hij tot aan 2005 maar liefst vijf wk titels aan één. Met veel overmacht en moed. Het was soms saai om naar te kijken maar hij deed het met overgave en souplesse. Schumacher werd uiteindelijk superieur en geslepen zevenvoudig wereldkampioen en is tot op de dag van vandaag recordhouder.
In tien bezochte Grand Prix’s 8 cilinders minder
Van de 1000 grand prix bezocht ik er zelf 10. In 1995 heb ik nog nét de sensatie van een V12 Ferrari in levende lijve mogen meemaken. Het mentale beeld van toen kan ik nog altijd goed voor de geest halen. De Ferrari van Alesi en Berger die als een puntje verdwenen bovenop de Eau Rouge bocht. Het opschakelen van de V12 Ferrari en de bijkomende herrie. Het geluid knalde met veel geweld dwars door je heen en verdween als een galm in de Ardennen bossen. Het is het maximale kippenvel gehalte voor een beetje autofreak. Bij iedere Grand Prix die ik daarna bezocht verloor de motor gaandeweg steeds twee cilinders. Lange tijd bleef het bij tien cilinders maar vanaf halverwege 2000 werden het er 8 en sinds 2014 rijden ze nog met zes cilinders. Het geluid is daardoor drastisch veranderd. Voor velen is het geluid een gemis, persoonlijk doet het mij niets. Dankzij het ‘beschaafde’ geluid hoor je de banden slippen en over de harde rood-witte kerbstones razen. Je levert iets in maar je krijgt ook iets terug naar mijn idee. Dat is wat de F1 ook zo aantrekkelijk maakt denk ik. F1 gaat over technologie en vooruitgang. Veranderlijkheid is dus inherent aan deze sport. Als alles straks elektrisch wordt of op waterstof gaat rijden dan vindt ik dat niet meer dan logisch. Als de wereld verandert dan verandert de Formule 1 mee.
Formule1, wat biedt het nog voor de toekomst?
In deze tak van (auto)sport gaat van oudsher een hoop geld om. Dat is nog op zijn zachts gezegd een understatement. Nee, Formule 1 is wat dat betreft een kapitalistisch zootje bij elkaar. De grote teams als Red Bull, Ferrari en Mercedes lijken onuitputtelijke geld putten tot hun beschikking te hebben terwijl de meeste andere teams op het randje van een crisis opereren en iedere stuiver drie keer om moeten slaan. Williams is zo’n team dat al een aantal jaren kampt met budgetproblemen. Het doet bij mij en vele racefans zeer aan het hart om Williams, de meervoudige wereldkampioen, te zien afglijden naar het team met de rode lantaarn. Het is onder de huidige regels heel moeilijk voor Williams om weer de weg naar de top te bewandelen omdat stilstand héél snel achteruitgang betekent in de Formule 1. Nog even en het kan wel eens gedaan zijn met dit historische race team.Niet alleen Williams maar ook andere teams opereren op het randje van crisis. Er hoeft maar een geld schieter ‘Goodbye’ te zeggen en het is zó gedaan.
En dan is er de veranderende wereld. De klimaatverandering dringt ook door in de autosport. Steeds meer autofabrikanten schrijven zich in voor de Formule E, een elektrische open wiel race. Een mondiaal circus in verschillende grote steden. Het heeft een schoner karakter dankzij de geruisloze schonere elektrische bolides. De vraag rijst dus hoe houdbaar de Formule 1 nog is vanaf nu tot laten we zeggen over tien jaar. Gaat het helemaal lukken om de 1250 of 1500 GP’s te halen? Op korte termijn moet de FIA en Liberty Media grote stappen maken. Nadenken over budgetplafonds en technologie. En wat dacht je van het transport? Hoelang kunnen ze het nog verkopen dat je de hele wereld rond reist per vliegtuig, volgeladen met onderdelen? Formule 1 moet naar mijn idee meebewegen met de wereld en net als een potje voetbal of een wielerkoers een spel blijven dat van waarde is en betekenis blijft hebben. Anders dreigt de Formule 1 te veranderen in een oud barrel, een museumstuk, een ornament en draait de wereld vrolijk verder maar zonder de F1.
(coverfoto: Jasper Crucq)