Droomauto’s
Al jaren heb ik een lijstje met droomauto’s. In dat lijstje staan allerlei wagens; snel, langzaam, adembenemend, zeldzaam, geschikt voor het circuit of onbetrouwbaar. Het lijstje rouleert door de jaren heen. Er verdwijnen auto’s uit het lijstje en er komen nieuwe bij. Tenminste twee auto’s staan permanent op plaats 1 en 2. Het zijn auto’s die ik al vanaf jongs af aan prachtige karren vind. Ik heb het dan over de Porsche 911 (930) en de Alfa Romeo 75 V6 America. Het zijn niet de minste wagens, maar soms stel ik me voor dat ik de sleuteltjes uit het meterkastje pak en met één van die wagens wegrijd. Voor een simpel blokje om of voor een langere rit dwars door Europa of halfgas door de Eau Rouge bocht. De felle zon die dwars door de ruit schijnt kan ik haast zien, de geur van benzine kan ik haast ruiken en het brommende V6 Busso geluid van het Alfa motorblok klinkt heftig door in het interieur.
Dromen versus realisme
Of die twee of minstens één van die twee wagens er in de toekomst gaan komen weet ik niet. Stiekem hoop ik natuurlijk wel dat die droom uitkomt. Als ik rationeel af ga op de kwaliteit van deze auto’s, op basis van wat anderen zeggen, dan is er nogal wat op aan te merken. De Porsche 911 (930) heeft, naar het schijnt, een hele onvoorspelbare besturing en de Alfa 75 is een onbetrouwbare auto, zoals wel vaker gebruikelijk is met Alfa’s. Dan is er nog een ander ding. Ik woon zelf in het centrum van Rotterdam. Hier is een milieuzone van kracht. De benzinewagen van voor 1992 wordt hier volgens een knipperlicht beleid toegestaan en geweigerd. Tenslotte is er de transitiefase waarin we met de hele wereld middenin zitten. De toekomst is een zelfrijdende elektrisch aangedreven automobiel. Veiliger, verantwoorder en schoner. Wat heeft mijn oliestokende en vervuilende droomauto mobiel dan nog voor zin?
Blijven dromen
Ondanks al die bezwaren over veranderende patronen blijf ik dromen. Ik geloof namelijk heilig dat er plek voor de automobiel uit het verleden blijft. Ik denk dat we enerzijds oldtimers gaan zien met een elektrische aandrijving (filmpje boven). Anderzijds denk ik dat er een kleine markt blijft bestaan voor benzinestokende automobielen. Misschien gaat een circuit zoals TT van Assen of Circuit Zandvoort fungeren als een soort moderne paarden range, waar je je automobiel uit de twintigste eeuw kunt uitlaten. Of een benzine aangedreven oldtimer delen met honderd man? Met zo’n idee houdt je ze in leven en beperk je de uitstoot.