Halverwege Juni 2003 vertrok ik met twee vrienden richting de Costa Dorada voor een vakantie aan het pittoreske Blanes. We waren inmiddels op een leeftijd dat we een aardige bierbuik hadden gekweekt. De propedeuse was eindelijk binnen en dat moest natuurlijk gevierd worden met een welverdiende vakantie temidden van een dozijn leuke chickies, zo hadden we ons voorgenomen tenminste.
De Franse vakantieauto
Omdat de reis met de Mercedes zo goed was bevallen wist ik de mannen te overtuigen om weer voor een roadtrip te gaan per luxe wagen in plaats van de budget luchtbus of een pauper grondbus. Jaap, één van de vrienden, kon het werkpaard van zijn moeder gebruiken voor de helse trip richting Sodom en Gomorra, een erg prettige bijkomstigheid. Het ging om een Renault 21 Nevada, een 1.6 liter uitvoering met vijf bak en een bagageruimte waar je het halve assortiment van Ikea in kwijt kon. De Renault was uitgerust met een British racing green lak en een dun gouden randje om het geheel af te maken. De Franse sloep oogde daardoor aardig sjiek en blitzzz. Dit wordt natuurlijk ons slagschip om mee te pronken op de boulevard van Blanes, bedachten we ons.
Tent zonder stokken
De wagen bracht ons de eerste dag naar Orange. We hebben er dan een kleine 1000 km op zitten. Bezweet en uitgeput stappen we uit de Nevada, openen de achterklep en dumpen we onze tent op het grasveld. Er ontstaat even een ongemakkelijke stilte als iedereen zijn tent aan het opzetten is, tot er iemand vanuit z’n tenen begint te schelden. Ik smijt van schrik mijn hamer op de grond. Ik zie vanuit mijn ooghoeken mijn vriend met een lijkbleek gezicht naar z’n tent kijken. Voor hem ligt een hoopje stof met een heleboel losse stokjes en elastiekjes. De ooit zo Deutsche gründliche Iglo tent van Aldi Markt is getransformeerd in een stukje verfomfaaide conceptual art wat de naam “untitled” niet zal misstaan. Voor de volledigheid; de elastiekjes horen in de zwarte stokjes te zitten, maar ze zijn zorgvuldig losgemaakt door de eigenaar of vorige gebruiker. Onze vriend is woest en dreigt even een moment de Renault te verruilen voor een TGV richting Pays Bas…
Een uur later; De rust is weder gekeerd. We zitten met z’n drieën, met de krekels op de achtergrond, te genieten van een koud Kronenbourg pilsje. De condens druipt van het glas. Een Chesterfield in de rechter mondhoek en de loyale Renault 21 Nevada in ons kielzog. De volgende morgen word ik gewekt of beter uit m’n tent gefikt door de Franse zon. In mijn kop voel ik een lichte bons van de pilsners van de avond ervoor. Een half uur later hebben we ons tentenkamp afgebroken. De luchtbedden smijten we met de tentstokken op een hoop in de achterbak. We stappen in en Jaap schudt de Renault 1600 motor wakker. Daar is niet veel voor nodig. Jaap grinnikt en kijkt dan met een grijns eerst richting Peter en daarna naar de achterbank waar ik half gaar lig te wezen. Vervolgens spreekt hij het treffend uit. “Dit bakkie loopt weer als een tiet!”. En zo was het wel!
De ooit zo Deutsche gründliche Iglo tent van Aldi Markt is getransformeerd in een stukje verfomfaaide conceptual art wat de naam “untitled” niet zal misstaan.
Animatie en kelder disco’s
Eenmaal op de snelweg en met alle ramen open denderen we met 150 km/h over de brede vierbaans route richting Spaanse grens. De mistral waait oorverdovend enige vorm van koelte de Renault binnen en overstemt The Boss die zijn best doet om uit de luidsprekers te zingen. Rond de middag belanden we voor de poort van een camping in Blanes. Een hele grote, uit het gidsje van de ANWB. Waar de schoonmakers direct je remspoor voor je opruimen, waar je met allemaal blije (vals) fluitende mensen onder de douche staat en met kinderen die helemaal overprikkeld zijn van te veel van animatie en clowns. Echt iets voor drie kerels van begin twintig!
Achterin het “verdom” hoekje worden wij, post-tieners, weggestopt op de camping door lieden met snorren, gekleed in uniformen. Ze zien er een beetje uit als parkeerwachten. Het verdomhoekje zal echter in de twee weken verblijf een schot in de roos blijken. Blanes en het nachtleven is alles behalve het feest mekka met leuke meisjes van twintig. De discotheken bevinden zich in keldertjes onder appartementen en hotels. De wanden zijn vol met glas behangen waardoor een hoog Jambers gehalte ontstaat. Ongemakkelijkheid druipt er vanaf en de doelgroep is nog maar net de frisdrank feestjes ontstegen. Kortom, we hebben hier niks te zoeken.
De discotheken bevinden zich in keldertjes onder appartementen en hotels. De wanden zijn vol met glas behangen waardoor een hoog Jambers gehalte ontstaat.
Om een idee te krijgen van de muziek in discotheek in 2003, luister hier onder de TMF jaarmix van 2003.
De vierde reis vriend
Vanaf de derde dag van de vakantie bouwen we ons eigen feestje op de camping, in het “verdom” hoekje, wat prima toeven is overigens. We maken vrienden met de buren en kopen de bewaker om met San Miguel. In ruil hiervoor hebben we wat meer geluid en nodigen we iedere dag nieuwe vrienden uit die we tegenkomen op strand, op straat of op de camping. Dit maken we mogelijk door iedere dag een bezoek te brengen aan de supermarkt. De achterbak van de Renault vullen we volgens vast ritueel met blikken bier, kiloknaller vlees en houtskool. Dagelijkse kost en een gegarandeerd recept voor een top feest. Allemaal mede mogelijk gemaakt door onze vierde reisvriend, de Renault 21 Nevada.
We maken vrienden met de buren en “kopen de bewaker om” met San Miguel
Op Marktplaats is de Renault 21 Nevada een “gewild object” zo blijkt na enig onderzoek. Vast iemand die ook een keer zo’n onvergetelijke rit als bovenvermeld heeft gemaakt.